U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Gelet op de ernst van het feit en verdachtes justitiële documentatie is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden passend en geboden is.

Uitspraak



RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Straf

Meervoudige kamer

Parketnummer: 06/940398-11

Uitspraak d.d.: 17 januari 2012

Tegenspraak / dip

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [plaats] (Duitsland) op [datum] 1965,

wonende te [plaats],

thans gedetineerd in huis van bewaring Ooyerhoekseweg te Zutphen.

Raadsvrouw: mr. L. Thomson, advocaat te Apeldoorn.

Onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 januari 2012.

De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 20 september 2011 te Apeldoorn tezamen en in vereniging

met een ander of anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte

voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar

lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een fles, althans een

voorwerp tegen het hoofd heeft/hebben geslagen, terwijl de uitvoering van dat

voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht

art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht

ALTHANS, dat

hij op of omstreeks 20 september 2011 te Apeldoorn met een ander of anderen,

op of aan de openbare weg, [adres], in elk geval op of aan een

openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor

het publiek toegankelijke ruimte, te weten het binnenplein bij [zorgcentrum],

gevestigd aan die [adres], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd

tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit het meermalen, althans eenmaal tegen

het hoofd en/of het lichaam slaan en/of schoppen en/of het met een fles tegen

het hoofd slaan, waarbij hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal heeft

geslagen en/of geschopt en/of met een fles heeft geslagen, welk door hem

gepleegd geweld enig lichamelijk letsel (één of meer schaafwond(en) en/of een

hoofdwond) voor die [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad;

art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht

art 141 lid 2 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

Overwegingen ten aanzien van het bewijs1

Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek

Op 20 september 2011 kwam bij de politie de melding binnen dat er een mishandeling was gepleegd bij het [zorgcentrum] aan de [adres] te Apeldoorn. Een van de aanrijdende eenheden van de politie trof in het Beekpark te Apeldoorn een manspersoon, naar later bleek [slachtoffer], aan met een zichtbare bloedende wond aan zijn achterhoofd. [slachtoffer] deelde mede dat hij was mishandeld door [medeverdachte] en [verdachte]. Door [slachtoffer] is aangifte gedaan van mishandeling.2

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen uitvoerig toegelicht en opgesomd.

Standpunt van de verdachte / de verdediging

Namens verdachte is aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot een veroordeling te komen voor het primair ten laste gelegde. Hiertoe is aangevoerd dat de verklaringen van [getuige] en [medeverdachte] niet geloofwaardig zijn. Op de beelden in het dossier is ook niet te zien dat verdachte het slachtoffer heeft geslagen.

Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte enkel een schop heeft gegeven, met de bedoeling [medeverdachte] te raken.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan. Zij overweegt daartoe als volgt.

Door [slachtoffer] is aangifte gedaan van mishandeling. [slachtoffer] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.

Op 20 september 2011 kwam ik bij het binnenplein van [zorgcentrum], gevestigd aan de [adres] in Apeldoorn. Ik zag dat [medeverdachte] op mij af kwam rennen. Hij begon mij direct te slaan. Ik zag dat [verdachte] al schreeuwend op mij af kwam lopen en zag dat [verdachte] een donkerkleurige glazen fles in zijn hand had. Op dit moment werd ik nog steeds door [medeverdachte] geslagen. Ik ging naar de grond. Ik zag en voelde dat [verdachte] mij begon te trappen. Opeens voelde ik een harde klap op mijn achterhoofd. Ik voelde dat er bloed in mijn nek liep. Ook dit deed weer veel pijn.3

Uit de geneeskundige verklaring blijkt dat [slachtoffer] op 20 september 2011 een snijwond van 1,5 centimeter bovenop de schedel had. Deze snijwond is gehecht.4

[medeverdachte] is door de politie verhoord. Hij heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.

Op 20 september 2010 was ik bij [zorgcentrum]. [verdachte] zat naast mij. Op een gegeven moment kwam er een jongen op een fiets aan, het slachtoffer. Ik weet niet precies wat de aanleiding was. Ik heb wel wat gedaan, ik trok hem naar de grond. De jongen, het slachtoffer, is van zijn fiets getrokken. Ik weet nog wel dat ik hem bij zijn nek, bij zijn jasje vast had. Ik zag wel dat hij bloed in zijn nek had. We waren met zijn drieën, ik heb wat gedaan, maar de ander kan ook wat gedaan hebben. Ik bedoel hiermee [verdachte], want die was ook wakker.5

De man die ik geslagen heb heet [slachtoffer]. Volgens mij waren het lompe klappen. Ik weet nog dat ik samen met [verdachte] naar hem toe ging. Op een gegeven moment zag ik dat [slachtoffer] bloedde in zijn nek. [verdachte] had een lege wijnfles vast. Met die fles heeft hij [slachtoffer] een klap op het hoofd gegeven. Het was een donkere fles. Ik zag dat [verdachte] [slachtoffer] een klap gaf en dat [slachtoffer] daardoor begon te bloeden.6

[getuige] is door de politie gevraagd een verklaring af te leggen. [getuige] wilde niet als getuige een verklaring afleggen. Tegenover de verbalisant heeft [getuige] verklaard dat [medeverdachte] begonnen was met slaan en dat [verdachte] "hem" met een fles op het hoofd sloeg en dat hij hem hierna nog een schop gaf. De verbalisant begreep hieruit dat met "hem" het slachtoffer van de mishandeling werd bedoeld.7

Door verbalisant [verbalisant] zijn beelden van de camera's, opgesteld op de binnenplaats van het [zorgcentrum] te Apeldoorn bekeken. Op de beelden van 20 september 2011 is onder meer te zien dat [verdachte] in zijn aanloop naar [slachtoffer] iets langwerpigs en donker van kleur in zijn rechterhand houdt.8

Door verdachte is bij de politie9 en ter terechtzitting verklaard dat hij op 20 september 2011 op het binnenterrein van [zorgcentrum] aan de [adres] in Apeldoorn is geweest.

Naar oordeel van de rechtbank zijn de verklaringen van [medeverdachte] en [getuige] geloofwaardig en kunnen deze voor het bewijs gebezigd worden. De beide verklaringen bevestigen elkaar en worden ondersteund door de (beschrijving van de) camerabeelden en de aangifte van [slachtoffer]. Hier tegenover staat enkel de ontkennende verklaring van verdachte, welke verklaring verder niet wordt ondersteund.

De rechtbank is van oordeel dat op grond van de hiervoor gebezigde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft gepleegd.

Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte het voorwaardelijke opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Er bestaat immers een aanmerkelijke kans dat slaan met een (glazen) fles op het hoofd zwaar lichamelijk letsel tot gevolg heeft. De aard van de gedraging van verdachte, te weten het slaan met de fles op het hoofd van [slachtoffer], is zozeer gericht op een dergelijk gevolg, dat moet worden aangenomen dat verdachte zich bewust moet zijn geweest van die aanmerkelijke kans en door desondanks toch te slaan, deze op de koop toe heeft genomen. Dat het gevolg in dit geval niet is ingetreden doet hier niet aan af.

Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:

hij op 20 september 2011 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een fles tegen het hoofd heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:

primair: poging tot zware mishandeling.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

Oplegging van straf en/of maatregel

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van de tijd door verdachte in voorarrest doorgebracht. Hiertoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte een uitgebreid strafblad heeft. Daarbij komt dat hij reeds eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.

De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de op te leggen straf gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling. Door het slaan met een fles op het hoofd van het slachtoffer heeft verdachte de lichamelijke integriteit van het slachtoffer geschonden. Dergelijk gewelddadig gedrag is niet alleen bedreigend voor het slachtoffer, maar versterkt ook de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.

De rechtbank houdt in belangrijke mate rekening met de uitgebreide justitiële documentatie van verdachte. Verdachte is in het verleden veelvuldig veroordeeld voor diverse misdrijven. Een veroordeling tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden voor een soortgelijk feit heeft verdachte er niet van weerhouden andermaal een dergelijk delict te plegen.

Gelet op de ernst van het feit en verdachtes justitiële documentatie is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden passend en geboden is.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 63 en 302 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank:

* verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan;

* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:

primair: poging tot zware mishandeling;

* verklaart verdachte strafbaar;

* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;

* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.

Aldus gewezen door mrs. Gerbranda, voorzitter, De Jong en Van der Hooft, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Demmers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 januari 2012.

De voorzitter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.

Voetnoten:

1 Wanneer hierna verwezen wordt naar genummerde bijlagen, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0621 2011132186, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn, gesloten en ondertekend op 21 september 2011.

2 (Stam)proces-verbaal, pagina 3 en 4

3 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer], genummerd als bijlage 3, pagina's 1 en 2 van het proces-verbaal.

4 Geneeskundige verklaring, schriftelijk bescheid, genummerd als bijlage 4.

5 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte], genummerd als bijlage 6, pagina's 3 en 4 van het proces-verbaal.

6 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte], genummerd als bijlage 7, pagina's 2, 3 en 4 van het proces-verbaal.

7 Proces-verbaal van bevindingen, genummerd als bijlage 13.

8 Proces-verbaal van bevindingen, genummerd als bijlage 14.

9 Proces-verbaal van verhoor verdachte, genummerd als bijlage 8.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature